“Niet alleen de schuld van de lockdown”
Onze kinderen zijn steeds meer bijziend, dat wil zeggen dat ze moeite hebben om dingen in de verte scherp te zien. Dat blijkt uit een rondvraag van VRT NWS bij verschillende kinderoogartsen. Te veel binnen zitten en te lang onafgebroken naar kleine schermpjes turen is volgens oogarts Marnix Claeys de oorzaak. Meer buiten ravotten, op voorschrift van de oogarts, is dus de boodschap.
Meer en meer kinderen hebben moeite om dingen in de verte scherp te zien. Ze zijn bijziend, of hebben last van myopie, zo heet dat officieel. Oogarts Marnix Claeys heeft een oogkliniek in Kortrijk en bevestigt het probleem. “Er is een drastische toename, of eerder een verschuiving van de problematiek. Vroeger waren kinderen meer verziend, nu is er een verschuiving naar bijziendheid.”
Wie bijziend is kan goed dingen van dichtbij zien, maar heeft moeite met in de verte kijken. Wie verziend is, heeft net het omgekeerde probleem en heeft moeite om dingen die dichtbij zijn scherp te kunnen zien.
Oogartsen zien dus steeds meer kinderen met bijziendheid in hun praktijk voorbijkomen. Volgens dokter Claeys ligt de oorzaak bij een gedragsverandering. “Vroeger speelden kinderen meer buiten, nu zitten ze ook in hun vrije tijd meer binnen”, zo zegt hij in “Laat”. Het is die combinatie van veel binnen zijn en activiteiten doen waarbij je dingen van dichtbij bekijkt, zoals een gsm of een tablet, die volgens de dokter voor een toename van bijziendheid zorgt.
Het afstandsonderwijs tijdens de lockdown, waarbij onze kinderen massaal van dichtbij naar computerschermpjes moesten turen, heeft dus ongetwijfeld geen goed gedaan aan de ogen van kinderen. “We hebben een toename van het aantal bijzienden gezien in de coronaperiode”, bevestigt dokter Claeys. “Maar misschien zou de toename er ook geweest zijn zonder corona, want er is sowieso meer en meer schermgebruik, vooral gebruik van kleine schermen zoals die van gsm’s.”
Vroeger speelden kinderen meer buiten, nu zitten ze ook in hun vrije tijd meer binnen.
Dokter Marnix Claeys, oogarts
Het einde van de coronaperiode zal het probleem volgens de dokter dus niet oplossen. Integendeel, zo legt hij uit aan de hand van een buitenlands voorbeeld. “We zien het de laatste jaren bij ons, maar vooral in Zuidoost-Azië is de problematiek er al vijf à tien jaar. In Taiwan en Zuid-Korea is 95% van de 20-jarigen nu bijziend.”
Claeys merkt wel op dat niet elke bijziendheid even ernstig is, maar hoge bijziendheid is erg problematisch. “In Taiwan en Zuid-Korea heeft eén op de vijf jongeren last van hoge bijziendheid. Dat zijn zieke ogen”, weet dokter Claeys. “Dat is dus een medisch probleem.”
Bijziendheid is nochtans in veel gevallen te voorkomen. Daarvoor geldt de basisregel: 20-20-2. Na twintig minuten schermtijd of werk waarbij je ogen intensief moet gebruiken om van dichtbij naar iets te kijken, moet je je ogen minstens twintig seconden ontspannen. “Dat betekent dat je in de verte moet kijken, meer dan twee meter ver”, aldus Claeys.
Twintig seconden is dus voldoende om je ogen te ontspannen. Dat lijkt niet veel, maar toch komen veel mensen er niet aan. “Maar voor de meesten die met een scherm aan het werken zijn, kan het snel genoeg gaan. Het stopt niet. Het is acht uur en plots is het twaalf uur en heb je nog niet van je scherm weggekeken.” Hetzelfde geldt voor een kind dat urenlang geconcentreerd aan het gamen is, zonder zijn of haar aandacht tussenin even op iets anders te richten.
Naast om de twintig minuten minstens twintig seconden de verte kijken, zouden kinderen ook minstens twee uur per dag buiten moeten zijn. “Het is onomstotelijk bewezen dat blootstelling aan een extra hoeveelheid licht aan het oog een remmende werking heeft op bijziendheid”, weet Claeys. Buiten ravotten dus, op voorschrift van de oogarts.
In principe geldt de 20-20-2 regel (20 seconden in de verte kijken na 20 minuten naar een scherm kijken – minstens 2 uur per dag buiten) trouwens niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwassen. “Al is een kinderoog veel kwetsbaarder en gevoeliger aan die evolutie”, vertelt dokter Claeys nog.
Voor wie bijziend is, is een bril de oplossing om toch weer in de verte te kunnen kijken. Een oogarts kan na een oogonderzoek ook oogdruppels voorschrijven aan een beperkte groep bijzienden. “Dat kan voor kinderen die al vroeg hoge bijziendheid hebben, met een lang oog (bij bijziendheid is de oogbol vaak te lang, red.) en een aantal andere parameters die door een oogarts onderzocht moeten worden.”
Claeys benadrukt ook dat het belangrijk is dat bijziendheid gedetecteerd en behandeld wordt, en dat er een bril voorgeschreven wordt. “Kleine kinderen moeten om de zes maanden op controle, oudere kinderen om het jaar.”
Bron: VRT.nu, HLN.be